Het fenomeen 'Commissie Nijpels'
Zierikzee, 24 februari 2009. (laatste wijziging: 25-8-2009, 10:00)
Henk Hofland (1927!) schrijft op 6 februari j.l. in de Groene Amsterdammer dat we van de 'onafhankelijke' commissie Irak op 1 november pas weten met welke politieke overtuiging de commissie gewerk heeft.
Dat de nestor van de Nederlandse journalistiek op voorhand aanneemt dat deze commissie een politieke commissie is, is opmerkelijk.
Hij gaat nog verder. "Met deze onafhankelijke commissie zijn we eindelijk van dat gejengel van de Kamer en de media af, zodat we ons goed op de crisis kunnen concentreren" is, volgens Hofland, de motivering van premier Balkenende. Officieel drukte Balkenende zich echter zo uit: "De dynamiek rond dit onderwerp begint een eigen leven te leiden". Hofland draait er niet om heen. Slecht beleid ten aanzien van de oorlog met Irak mocht niet onderzocht worden. En nu zes jaar later mag een commissie van wijze mannen een rapport schrijven.
Bij het lezen van die column moest de webredacteur aan de commissie Nijpels denken. Na het bijwonen van de hoorzitting heeft hij behoorlijk wat gemengde gevoelens gekregen. Allereerst; er schijnt geen verslag geschreven of bandopname gemaakt te zijn en daarnaast werd er zo weinig tijd voor de hoorzitting uitgetrokken dat men niet echt door kon vragen. Aan sommige genodigden werden zelfs nauwelijks vragen gesteld. Kamerleden van de kleinere fracties moesten regelmatig even weg voor parallelsessies over geheel andere onderwerpen. Of ze dan op alle onderwerpen scherp blijven mag je je afvragen.
Schriftelijke inbreng ir. Boorsma niet besproken
Maar, ondanks de tijdsdruk gaf de hoorzitting toch zinvolle en nieuwe informatie. Ook de schriftelijke inbreng van de deskundigen is interessant en waardevol. Merkwaardig genoeg is door de vaste kamercommissie in het geheel niet ingegaan op de schriftelijke inbreng van ir. Boorsma, die het advies van de commissie Nijpels zowaar als technisch onjuist kwalificeert! Hij stelt dat het veiligheidsniveau langs de Zeeschelde vergelijkbaar is met die in New Orleans (1:40 à 1:70). Vergroting van de komberging door ontpoldering en verbreding en verdieping is slecht voor het natuurlijker maken van de Westerschelde. (Het blijft onbegrijpelijk dat de milieubeweging de verdieping - als er maar 600 ha ontpolderd wordt - geaccepteerd heeft)
Op grond van een rationele benadering moet, ondanks internationale verplichtingen, op basis van technische en economische argumenten het rapport Nijpels naar de prullemand verwijzen worden. Waarom is de commissie daar niet op ingegaan? Misschien omdat het een politieke commissie is? De visie van Boorsma dat de Westerschelde reeds overmatig door de factor mens uit zijn verband gebaggerd is, is duidelijk niet welkom. Dat gold al voor de schriftelijke inbreng van ir. Boorsma bij de commissie Maljers d.d. 27-1-2008. Niets van zijn visie en kennis is terug te vinden in de rapporten Maljers en Nijpels.
Boorsma onderstreept het afwijzen van ontpoldering van de Hedwigepolder in het memo van 6-11-2008 van De Vries van Deltares.
Tijdens de hoorzitting plaatste Boorsma vraagtekens bij de onafhankelijkheid van adviseurs/deskundigen aan de ministeries. De democratie functioneert hierdoor slecht! Een flinke uitspraak; en dat tegen volksvertegenwoordigers, die democratisch functioneren hoog in het vaandel moeten hebben staan!
Adviezen van Deltares aan De Levende Delta/ZLTO en aan ministerie van LNV
De vragen aan en antwoorden van professor Vriend van Deltares waren interessant. De ochtend van de hoorzitting stond er een suggestief artikel in de Telegraaf, waar hij zich overigens volledig van distantieerde.
Het volgende ging er aan vooraf:
De Levende Delta en de ZLTO hadden een alternatief gepresenteerd (verlagen van het Land van Saeftinghe) op basis van een studie van Deltares van Ies de Vries ingediend. Op verzoek van de minister van LNV hebben leden van de commissie Nijpels en vertegenwoordigers van Deltares zich gebogen over het verlagen van het Land van Saeftinghe als alternatief voor ontpoldering én de mogelijke negatieve gevolgen van ontpoldering van de Hedwigepolder voor de Westerschelde en zij hebben gezamenlijk over hun bevindingen aan de minister van LNV gerapporteerd.
Iedereen wachtte met spanning de reactie van professor Vriend af op de bezwaren door Ies de Vries geuit over ontpolderen van de Hedwigepolder. Vriend had het rapport van De Vries gelezen én hij stond en staat nog volledig achter dat rapport van De Vries. De vraag ontstaat dan welke ruimte er zat tussen het rapport van de commissie Nijpels en het rapport van Deltares aan DLD/ZLTO, welke ruimte door dat rapport van de cie. Nijpels met Deltares samen verdwenen is?
De stelling dat de Hedwigepolder de meest ongunstige plek om ontpoldering te situeren blijft dus correct! Met veel verve legde Vriend uit dat nóch ontpolderen van de Hedwige nóch het afgraven van het Land van Saeftinghe de gewenste dynamiek (de cyclische successie) in het morfologisch systeem van de Schelde zal brengen.
In het gezamenlijk rapport zetten de cie. Nijpels en Deltares uiteen dat de negatieve effecten van ontpoldering van 300 hectare van de Hedwigepolder te verwaarlozen klein zijn. Daarmee zeggen ze ook dat de positieve effecten óók te verwaarlozen zijn. De conclusie van de commissie Nijpels dat ontpoldering van de Hedwigepolder gunstig is, wordt dus gerelativeerd. Indirect ondergraaft dit gezamenlijke rapport de hoofdconclusie van de cie. Nijpels.
Het venijn zit daarom wel in de staart. Zowel Ies de Vries, als het gezamenlijke rapport stellen dat de hamvraag onbeantwoord blijft: waar en hoe kunnen in de Westerschelde omstandigheden worden gecreëerd voor de ontwikkeling van schorren met cyclische successie (Afkalven door erosie en weer opslibbing). We zijn hier aangeland bij de essentie van de ontpolderproblematiek. Meerdere deskundigen verklaarden tijdens de hoorzitting dat er eigenlijk geen sprake meer is van natuurlijke processen in de Westerschelde. Men kan slechts de condities voor de biologische en morfologische processen gunstiger maken.
Alternatief buitendijkse natuurontwikkeling van het Waterschap Zeeuws Vlaanderen
De webredacteur vaart nog wel eens met zijn bootje op de Westerschelde en hij komt dan die afkalving en opslibbing gewoon tegen; bijvoorbeeld bij Hoofdplaat en bij de zak van zuid Beveland. Het alternatief van het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen, gepresenteerd door Adrie Provoost tijdens de hoorzitting, om buitendijks gunstige omstandigheden voor schorren te creëren is van groot belang en dient, volgens hem, nader bestudeerd en uitgewerkt te worden. Hopelijk zullen de kamerleden dit van Gerda Verburg verlangen. Onderstaand van links naar rechts: schorkliffen bij Ellewoutsdijk, Hoofdplaat en Waarde.
Dat venijn in de staart betekent ook dat het gezamenlijke rapport de weg voor toekomstige ontpolderingen open houdt. Daarom is het van groot belang dat de Tweede Kamer, die in overgrote meerderheid tegen ontpoldering is, zich uitspreekt tegen toekomstige ontpolderingen; net zo als Zeeuws gedeputeerde Hamelink dat in Zeeland gedaan heeft. Mocht die 1500 - 3000 hectare in de toekomst aan de orde komen dan breekt in Zeeland de pleuris uit (een niet mis te verstane Rotterdamse uitdrukking).
De gehele Delta beschouwen
Het was professor Heip of Meire, die betoogde dat hij altijd de hele Delta in ogenschouw neemt. Als dan uit genoemd gezamenlijk rapport blijkt dat het zo is dat ontpolderen van de Hedwigepolder slechts van symbolische aard is (bedongen door de milieubeweging in het overleg naar de Ontwikkelingsschets toe), moeten we naar de hele Delta kijken en niet zoals Nijpels zei er van uit gaan dat we maar twee estuaria in Nederland hebben: de Westerschelde en de Eems-Dollart. De Westerschelde maakt onderdeel uit van de zuid-westelijke Delta. Het is, mede dankzij de opmerkingen van mr. G. van der Wal uit Brussel, dan toch een kleine stap om maatregelen ter correctie van de fouten van het Deltaplan als natuurherstel aan te merken?
Zie de recente verkenning van Rijkswaterstaat over de Grevelingen: 13.000 hectare estuariene natuur erbij!!!
Of neem de plannen voor de zandhonger in de Oosterschelde.
Was de Commissie Nijpels een politieke commissie?
Het heeft er alle schijn van dat dat zo is. Gerda Verburg gaf in december geen millimeter ruimte aan de kamer, die niet wilde instemmen met ontpolderen. Er onstond een pat-stelling en daarom besloot de Tweede Kamer tot het instellen van een 'onafhankelijke' commissie. Verdachte omstandigheid dus. Ir. Boorsma schrijft in zijn schriftelijke inbreng voor de hoorzitting: "Het rapport Nijpels zal alleen bedoeld zijn om die politici een vermeend alibi te verschaffen, die ondanks de grote maatschappelijke weerstand hiertegen, de ontpoldering(en) toch door willen drukken."
Door de reactie van Nijpels op de vragen van de kamerleden mogen we gevoeglijk aannemen dat ook deze commissie een politieke commissie was. Zijn irritatie over de vraag in hoeverre zijn rapport bijgedragen heeft aan de oplossing van de ontpolderproblematiek in Zeeland, sprak boekdelen.
Na het voorjaarsreces, als de Tweede Kamer kan reageren op de reactie van Gerda Verburg op de hoorzitting, weten we of de commissie Nijpels een politieke commissie was.
Maar, als in de pauze van de hoorzitting, voor de hervatting met de commissie Nijpels, Jeroen Gosse, regiodirecteur Zuid van LNV, en Ed Nijpels zich terugtrokken om Nijpels voor te bereiden, dan hoeven we niet te wachten tot het reces voorbij is om antwoord op bovenstaande vraag te krijgen. Dan weten we dat de commissie Nijpels een politieke, niet-onafhankelijke commissie was. Dan begin je te begrijpen dat een routinier als Henk Hofland op voorhand een commissie een politieke commissie durft te noemen. Hij heeft lang genoeg in Den Haag mee gedraaid!
Retour Startpagina
Retour Krantenartikelen
Retour Ikmaakmezorgen-artikelen