'Natuurherstel'(voetnoot 1) Westerschelde in volle gang
Van de Web-redacteur
Zierikzee, 14 juli 2011. De Westerschelde was de afgelopen weken landelijk nieuws vanwege het besluit van Staatssecretaris Bleker om voor de Hedwigepolder een alternatief aan te wijzen. Iedere krant en nieuwsuitzending had een mening of iets te melden over dat plan van Bleker. Het unieke estuariene 'Natuurherstel' dat op het moment in volle gang is, is voor de media minder interessant dan een Staatssecretatis die een verdrag wil wijzigen. Toch is er een direct verband, zoals zal blijken.
De web-redacteur ging met z'n bootje op ontdekkingstocht...
Vorige week is hij met zijn zeilboot aan de westelijke kant van de Hooge Platen droog gevallen. Vanaf de plaat zag hij in de verte een baggerschip baggerspecie storten (bovenste foto). Er wordt bijna continue gebaggerd in de Schelde, maar het bijzondere is dat daar een zandberg gestort wordt, waardoor stroomsnelheden bij de Hooge platen afnemen. Het zogenaamde "flexibel storten" is in volle gang. Verleden jaar was te zien hoe met sproeipontons met geringe diepgang aan de plaatranden gestort werd. Door dit storten aan de plaatranden worden ecologische waardevolle gebieden gecreëerd. Er onstaan zo laagdynamisch ondiepe gebieden. Het is de bedoeling dat in 2015 hiermee 100 hectare natuurverbetering gerealiseerd zal zijn. De Vlaams Nederlandse Schelde Commissie spreekt vol trots van "Storten voor de Natuur". De VNSC heeft op 23 juni jl. in Antwerpen een Schelde-symposium georganiseerd, waarin o.a. de voortgang van deze nieuwe techniek van flexibel storten gerapporteerd werd. Zie programma en presentaties. Het bijsturen van het flexibel storten van baggerspecie gebeurt door overleg met Vlaamse en Nederlandse gebiedsdeskundigen op het terrein van morfologie, ecologie en monitoring. Op het symposium is de stand van zaken tot nu toe besproken door G.A. Liek en K. Beirinckx. Zie hun powerpointpresentatie Op drie van de vier stortlocaties zijn de eerste resultaten positief. In welke mate de plaatrand-stortingen daadwerkelijk ecologisch waardevol zullen zijn, zal pas in de eerste officiële rapportage in 2012 bekend gemaakt worden.(voetnoot 2)
Doorbraak
Het flexibel storten was in 2003-2004 een doorbraak in de onderhandelingen met o.a het Overleg Adviserende Partijen (OAP) naar de derde verdieping van de Westerschelde toe. Natuurcompensatie bleek bij de verdieping door flexibel storten niet meer nodig. Door dit flexibel storten konden de negatieve gevolgen op de morfologie voorkomen worden en was geen natuurcompensatie nodig. De natuurbeweging wilde toch dat er natuurmaatregelen afgersproken zouden worden en zo adviseerde het OAP om 'te investeren in ontwikkeling van robuuste (kwantitatieve en kwalitatieve) natuur zodat geen twijfel bestaat over de invulling van door de EU opgelegde natuurreglementering en een stevig vangnet aanwezig is voor onverwachte ontwikkelingen'. Zo kwam toch ontpolderen in het Scheldeverdrag.
Alternatief van Bleker
Bleker heeft in zijn toelichting van zijn alternatief in het geheel niet gesproken over dit 'natuurherstel' aan de randen van de platen in de Westerschelde. Het hoofdrapport van Deltares, noemt het merkwaardigerwijs niet. Als over fase 3 van het Bleker-alternatief beslist moet gaan worden zijn de resultaten van flexibel storten bekend. Zeer waarschijnlijk zullen die resultaten meevallen, want ambtenaren van Rijkswaterstaat zijn altijd voorzichtig met hun prognoses, met gevolg dat het natuurherstel door verbetering van de laagdynamische ecotoop op 140 ha kan komen.
Fase 3 buitendijks
Die derde fase van het alternatief zal zeer waarschijnlijk buitendijks zijn en wordt in de brief van Bleker aan de Tweede Kamer van 17 juni jl. nog niet in detail omschreven:
– Fase 3: Keuze uit verschillende maatregelen waaronder eventueel aanvullende buitendijkse maatregelen als nader onderzoek tezijnertijd aantoont dat daar mogelijkheden voor zijn of binnendijkse maatregelen op nog nader te bepalen locaties.
Op basis van de monitoringsgegevens over het rendement van de buitendijkse maatregelen en dan geldende ecologische inzichten wordt een besluit genomen over de invulling van de derde fase. De omvang van de restopgave, eventueel nieuwe inzichten over mogelijke maatregelen en een geactualiseerde kostenraming bepalen welke maatregelen nodig zijn om te voldoen aan de internationale opgave.
Bleker gaat in deze brief er van uit dat er bij de besluitvorming over fase 3 andere ecologische inzichten zijn. Kennelijk ging het hem wat te ver om de Kamer er nu reeds op te wijzen, maar bijlage A van het alternatief, getiteld: "Natuurherstel Schelde-estuarium via verbeteren van grootschalige fysische processen", gaat uit van een totaal nieuwe benadering van buitendijks natuurherstel (voetnoot 3) uit, waarbij nog meer gestuurd gaat worden met flexibel storten dan nu al gedaan wordt. De titel geeft het goed weer. Het gaat om aangrijpingspunten voor natuurherstel zonder ontpoldering. Door terugdringen van de getijslag zullen de fysische processen (lees: beweging van water, zand en slib) vanwege de afname van stroomsnelheden voor de natuur gunstiger worden.
Deltares vindt voor deze benadering aanknopingspunten bij het natuurontwikkelingsplan NOPSE uit 2003 en in
de Ontwikkelingsschets 2010.
Vanuit de natuurbeweging is steeds gezegd dat natuurherstel in de Westerschelde niet mogelijk is. Deltares toont nu aan dat dat wel degelijk mogelijk is. De doorvertaling van procesherstel naar natuurherstel moet nog wel verder uitgewerkt worden.
Bovendien voert Deltares aan dat door de voorstellen de duurzaamheid en klimaatbestendigheid toenemen. De klimaatadaptatieopgave vraagt om die aandacht
(Deltacommissie 2008, Deltaprogramma 2011). Voor natuurherstel betekent dit dat gedacht
moet worden aan een transitie naar ontwikkeldoelen (in plaats van behouds- en
instandhoudingsdoelen). Procesherstel is een invulling van die ontwikkeldoelen en is daarom
klimaatbestendiger dan herstel en instandhouding gericht op soorten en habitats. De keuze
om ‘klimaatbestendig’ en ‘estuariene processen’ als uitgangspunt te kiezen betekent ook
meer aandacht en ruimte voor de onderlinge samenhang van de habitats.
Vandaar dat Deltares voorstelt om rond de tafel te gaan zitten en onze CvdK Karla Peijs heeft op haar kenmerkende wijze daar naar verwezen.
Teleurstellend Tweede Kamer-debat op 30 juni jl.
Er zal op 30 juni niet over de inhoud van de Westerscheldeproblematiek gedebatterd worden, mailde een Tweede Kamer-lid me. Zij kreeg gelijk. Niemand sprak over de nieuwe benadering om de getijslag te verminderen. Dus minder hoogwater bij Antwerpen. Ongelooflijk belangrijk, want in Antwerpen en hogerop de Schelde is het hoogwater 25% meer toegenomen dan bij Vlissingen. Én het feit dat het wel degelijk mogelijk is om in de Westerschelde natuurherstel te plegen, is toch wel een debat waard. Of een motie. Alle moties die op 30 juni voorgesteld werden hadden alleen maar politieke waarde.
Het is eigenlijk genant hoe de kamerleden niet over de nieuwe facetten van het voorstel van Bleker gedebatteerd hebben. Bleker zelf heeft, merkwaardig genoeg, ook niet het accent gelegd op de nieuwe inzichten die in de bijlagen van het Deltares gerapporeerd zijn. Hij zal daar moverende redenen voor hebben. Die bijlagen zijn wel door de Tweede Kamer goed gekeurd. Waarvan akte!
De havenschepen van Antwerpen Marc van Peel zei in het gesprek in Zeeuws Diep met Ferdinand Koppejan van Omroep Zeeland wel heel nadrukkelijk dat de baggerwerken positieve invloed op de natuur hebben. Hij toonde weer eens de dossiers heel goed te kennen.
Lees de Deltares-bijlage!
Waarde bezoeker van deze website, als u geïnteresseerd bent in de Westerschelde-problematiek en de mogelijkheden die flexibel storten biedt, moet u de bijlage van het Deltaresrapport lezen.
Voetnoten:
1. Ir. Wil Lases en dr. Adrie De Kraker hebben ontpolderen langs en verdiepen van de Westerschelde in historisch perspectief geplaatst. (Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis. Jaargang 2009 nr. 2.)
Aan de hand van dit artikel is het beter om het begrip 'natuurherstel' voor de Westerschelde tussen haakjes te plaatsen. Naar welke periode wil je de natuur herstellen, als dat al mogelijk is?
2. Op het symposium van de VNSC werd door ecologen overigens gerapporteerd dat van de eigenlijke natuurwaarde van ondiepwatergebieden nog weinig bekend is.
3. Deltares stelt dat het bij natuurherstel in de Westerschelde meer gaat om het herstellen van laagdynamische intergetijde gebieden dan om herstel van schorren en slikken, waarmee het alternatief van de Zeeuwse Waterschappen indirect afgewezen is.
Retour Startpagina
Retour Krantenartikelen
Retour Ikmaakmezorgen-artikelen
|