Rapport commissie Maljers teleurstellend.
Zierikzee, 12 december 2006.
Teleurstelling allom in Zeeland over het rapport van de Commissie Maljers. Het bestaat uit slechts 44 pagina's tekst. De plannenmakers krijgen hun gelijk: er moet ontpolderd worden, maar er staan nogal wat opmerkingen en suggesties in het rapport die er niet om liegen. Bovendien zijn er storende onduidelijkheden.
Kritiek op de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium
De Commissie is behoorlijk kritisch op de Ontwikkelingsschets. Men meent zelfs in de Ontwikkelingsschets een verklaring gevonden te hebben voor de vele negatieve reacties in Zeeland.
In de inleiding staat:
De Ontwikkelingsschets 2010 behandelt, soms met veel
specifieke bijzonderheden, een aantal onderwerpen die
betrekking hebben op de Veiligheid, Toegankelijkheid
en Natuurlijkheid van het Scheldegebied. Aan maatschappelijke, sociale, agrarische, economische of historische aspecten wordt in het rapport weinig
aandacht besteed, deze dimensies worden door de opstellers kennelijk ondergeschikt geacht aan de door
hen wel behandelde factoren.
Verder in de inleiding wordt vermeld dat de Commissie de indruk heeft dat de Ontwikkelingsschets bewust alternatieven onmogelijk maakt:
Bij haar werkzaamheden heeft de Commissie in principe de Ontwikkelingsschets 2010 als uitgangspunt genomen. Deze is evenwel zodanig gedetailleerd opgesteld, dat het soms de indruk geeft dat de bedoeling van de opstellers geweest is alle alternatieven bij voorbaat onmogelijk te maken.
De Commissie heeft daarom de vrijheid genomen om waar nodig een eigen interpretatie te geven aan een aantal van de uitspraken in de Ontwikkelingsschets 2010.
Opvallend is ook de opmerking dat de Ontwikkelingsschets verwarring veroorzaakt heeft over de reden van de voorgestelde ontpoldering. Aan de ene kant is er de instandhoudingsdoelstelling van Natura-2000, maar aan de andere kant zegt de Ontwikkelingsschets dat de verruiming van de vaargeul en natuurmaatregelen onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn.
In Hoofdstuk 5 wordt kritiek geleverd op een voetnoot in de Ontwikkelingsschets die aangeeft dat in de toekomst 3000 hectare natuurcompensatie nodig zou kunnen zijn. De onderbouwing is de Commissie niet bekend. Hoewel deze opmerking strikt genomen buiten de opdracht valt heeft de Commissie toch gemeend hier aandacht aan te moeten geven.
Zeer detaillistisch
De Ontwikkelingsschets laat weinig ruimte voor alternatieven en is zeer detaillistisch in hoe de natuurmaatregelen uitgewerkt moeten worden. Vanuit de Ontwikkelingsschets gezien is het logisch dat er geen geschikte alternatieven zijn. Dat is min of meer in de Ontwikkelingsschets uitgesloten; ook de Commissie Maljers is dit opgevallen. Het is teleurstellend dat de Commissie zich uiteindelijk toch aan de beperkingen van de Ontwikkelingsschets gehouden heeft.
Geen draagvlak in Zeeland
De Provincie heeft in het openbaar slechts uit de NIPO enquete gehaald wat haar goed uitkwam. Terecht citeert de Commissie de NIPO enquete:
Dit (ontpolderen) is een ingrijpende maatregel, in de eerste plaats uiteraard voor de direct betrokkenen maar daarnaast ook voor veel inwoners van de provincie Zeeland. Bij een NIPO-enquete bleek dan ook dat slechts 27% de noodzaak voor een dergelijke ingreep zei te begrijpen.
In hoofstuk 5 wordt vermeldt dat velen in Zeeland niet zullen begrijpen dat een flink deel van de provincie rondom de Westerschelde moet worden teruggegeven aan de zee.
Elders wordt genoemd dat Zeeland in een impasse geraakt is.
Nadat de Commissie geïnstalleerd was, heeft Maljers in een interview in de PZC gezegd dat er een frisse blik gewenst is. Als straks blijkt dat ontpoldering onvermijdelijk is, dan is het omdat er echt geen andere oplossing te vinden zijn, aldus Maljers. Ik heb de Commissie onder de aandacht gebracht dat de context waarin het besluit van de Ontwikkelingsschets genomen werd in de overwegingen meegenomen moet worden. Nu kunnen we breder naar de problematiek kijken en alles wat in Zeeland aan estuariene natuur ontwikkeld wordt meenemen. De Commissie wees dat van de hand. Het gaat slechts om alternatieven in het Westerscheldegebied binnen de grenzen van de Ontwikkelingsschets!
Met dat merkwaardige advies over de Braakman, wat eerder voorstanders dan tegenstanders van ontpolderen in de kaart speelt heeft de Commissie alles behalve rust in Zeeland gebracht. Het draagvlak voor de plannen zal door dit soort rapporten alleen maar verminderen.
Vooroverleg over wat "onbespreekbaar" is
De Commissie heeft met de organisaties die betrokken waren bij de opstelling van de Ontwikkelingsschets vooroverleg gehad. Nadrukkelijk is gevraagd wat men van de tot nu toegevolgde procedure vond en welke eventuele alternatieven van die zijde onbespreekbaar waren. Over de inhoud van deze oriëntatie wordt niets in het raport vermeldt. We kunnen slechts gissen wat de havengemeenschap van Antwerpen, de ZMF, de ZLTO en BOWS in dat belangrijke stadium voor standpunten hadden. Dat is teleurstellend. Bij de MER bijvoorbeeld, is bekend wie, wat aan inspraak naar voren gebracht heeft. Zo kan iedereen lezen dat de de Cloedt, eigenaar van de Hedwigepolder in de MER aangekondigd heeft dat hij de vaargeulverruiming juridisch zal aanvechten. En de ZMF nog eens benadrukt dat het natuurpakket en de verdieping als een geheel beschouwd moeten worden.
Zo lijkt deze fase van het onderzoek een soort achterkamertjesoverleg. Dat is jammer. Te meer daar de Commissie vervolgens constateert dat het opvallend is dat bij alle partijen wél de wil aanwezig was om met oplossingen te komen. M.a.w. er waren wel degelijk onbespreekbare alternatieven!
Goed beschouwd is deze eerste oriëntatie van de Commissie vreemd. Men moest toch alternatieven beoordelen en niet inventariseren wat wel of niet bespreekbaar zou zijn?
Hiermee is het resultaat voor mij verdacht. Het Ontpolder-Collectief, noem ik het wel eens, heeft weer goed gewerkt. Van een man van het kaliber Maljers had ik meer verwacht
De Braakman
Drie indieners hebben voorgesteld om het contact tussen de Braakman en de Westerschelde te herstellen. Uit de tekst maak ik niet op dat ze ook voorgesteld hebben daarbij te ontpolderen. Het is hoogst irritant dat de Commissie dat in het midden laat. Heeft de provincie nu van de gelegenheid gebruik gemaakt om dit voorstel voor het ontpolderen van de zuidelijke Braakman, wat minder onteigeningsproblemen zal geven, aan de plannen toe te voegen? En welke rol speelt de Commissie in deze? Ik zal de drie ingediene alternatieven opvragen bij de provincie om zekerheid omtrend dit punt te krijgen.
Raadslid Freeke uit Terneuzen, één van de indieners, heeft in De Stem al duidelijk afstand genomen van het voorstel van de Commissie om in de zuidelijke Braakman te ontpolderen.
Conclusie
In de PZC van 29 september 2006 zei Maljers:
„Als 44 procent
van de Zeeuwen tegen ontpoldering is, heb je ook een politiek probleem. De provincie heeft zich gerealiseerd dat er niet voldoende draagvlak is voor een zo gevoelig besluit. Dus hebben wij de opdracht gekregen te kijken of je ook de natuurlijkheid van het getijdengebied kunt herstellen zonder dat er landbouwgrond onder water wordt gezet. Dat is namelijk waar de mensen zich tegen keren."
Met het advies van de Braakman-zuid is dus niet aan de opzet van de Commissie Maljers voldaan. Er is dus een politiek probleem. De politiek zal dan ook met een oplossing moeten komen.
Ernst Jan Rozendaal van de PZC zei het zo:
"De opdracht van de Commissie is in één zin te vangen. Het vinden van een oplossing met meer draagvlak, dan wel het vinden van meer draagvlak voor de aangedragen oplossing." Ook vanuit die benadering is de Commissie niet geslaagd.
Ook is teleurstellend dat de Commissie vooroverleg met de plannenmakers en organisaties heeft gehad en daar niets inhoudelijks over rapporteert. In hetzelfde kader past de kritiek dat niet duidelijk is of het ontpolderen bij de Braakman-zuid nu door indieners voorgesteld is. We zullen hierover navraag doen bij de Provincie. Desnoods met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).
Retour Startpagina
Retour Krantenartikelen
Retour Ikmaakmezorgen-artikelen