MSC Sonia



De Standaard

Westerschelde-opzet deugt niet

Vlaanderen mag Nederlands plan niet volgen

1 juli 2011

door Patrick Meire en Peter Herman

Nederland wil de Hedwigepolder niet ontpolderen en stelt andere maatregelen voor. Een aantal daarvan is nog niet benoemd en indien wel missen ze ruimschoots hun doel. Voor PATRICK MEIRE en PETER HERMAN kan de Vlaamse regering daar maar één reactie voor hebben: afschieten, die handel.

Na decennia van vruchteloos gehakketak hebben Vlaanderen en Nederland begin de jaren 2000 de handen in elkaar geslagen om een ambitieus programma voor de Schelde te realiseren. Daarin pasten de intussen gerealiseerde derde verruiming van de vaargeul en veiligheidsmaatregelen zoals het Sigmaplan en de overlooppolders in de Zeeschelde. In Vlaanderen wordt ook volop werk gemaakt van de versterking van de natuur in het Scheldebekken. Schorgebieden en enkele voormalige polders worden opnieuw nauw bij de stroom betrokken. Daardoor ontstaan leefgebieden voor zeldzame vogels en vissen, wordt de natuurlijke waterzuivering gestimuleerd en verkleint het risico op overstromingen.

De natuur verliest
Alleen in Nederland loopt het nu mis met de natuurverbetering. Het plan was de Hedwigepolder te ontpolderen, en daarnaast nog 300 ha natuurgebied aan de Westerschelde toe te voegen. Dat plan is in een verdrag vastgelegd, maar het Nederlandse kabinet weigert het uit te voeren. In de plaats daarvan wil het binnen de huidige begrenzingen van de Westerschelde zogenaamd aan natuurcompensatie doen, en ongeveer 150 ha nabij Vlissingen ontpolderen. Deze maatregelen zouden 70 à 90 procent van de gestelde oppervlaktedoelen realiseren. Met nog niet nader bekende plannen zou men dan aan de rest van de verplichtingen voldoen, al lijkt dat vooral een eufemisme voor ‘aan de verplichtingen ontkomen'.
De projectjes binnen de begrenzing van de Westerschelde betreffen enkele hectares bij de platen van Hulst en bij de platen van Ossenisse, waarvan de verwachte opbrengst voor de natuur veel ruimer wordt ingeschat dan realistisch is. Verder is er een project bij de Nederlands-Belgische grens, dat ronduit nadelig is voor de natuur. Een nevengeul wordt gedempt en de stroming wordt verplaatst naar het Verdronken Land van Saeftinghe. De maatregel spot met alle principes van beheer van de Westerschelde, en levert netto niets op omdat aan de ene oever gebied wordt gecreëerd dat aan de andere oever verloren gaat. Het project ligt dan ook nog voor de helft op Belgisch grondgebied. Het ontpolderingsproject bij Vlissingen is een gebied dat was gereserveerd als compensatie voor de containerterminal in Vlissingen. Als het nu voor een ander doel wordt gebruikt, betekent dit dat de containerterminal zonder compensatie zal worden gebouwd. Waardoor de natuur alsnog zal verliezen.

Gemiste kans
Beide initiatieven samen bereiken bij lange na niet de oppervlakte aan natuurherstel die men voor ogen had. Die oppervlaktes zijn minimaal nodig om de natuur in de Schelde te doen overleven ondanks de verdiepingen. Door de vaargeul te verdiepen is de Schelde immers behoorlijk veranderd. Ondieptes nabij de platen zijn verdwenen, de platen zijn hoger en steiler geworden, het getij dringt dieper en sterker binnen. Wat ooit een rijk mozaïek was van hoog, laag en heel veel tussenin, van grillige geultjes en zich verplaatsende platen, van slibbig en zandig, wordt vereenvoudigd tot een diep kanaal met zeer sterke stroming, tussen zeer hoge en vastgelegde platen, waarin het getij gevaarlijk hoog de rivier op dringt. Het natuurherstel wil deze ontwikkelingen, die niet alleen de natuur maar ook de veiligheid bedreigen, zoveel mogelijk inperken en de kosten voor onderhoud minimaliseren. Als de rivier wordt verdiept, moet hij ook worden verbreed om in een zeker evenwicht te blijven.
De alternatieven, die vooral dicht bij de monding liggen, dragen niet bij aan de vermindering van de vloedhoogte in Antwerpen en opwaarts. Een kans is gemist om veiligheid en natuur tezamen te optimaliseren. Verder is een unieke kans gemist om tussen Saefthinge en Prosperpolder een groot schorrengebied te creëren. Zeldzame soorten hebben een groot aaneengesloten gebied nodig en komen niet voor als dezelfde oppervlakte is verdeeld in postzegeltjes. De Vlaamse investering in de ontpoldering van de Prosperpolder verliest daardoor ook een belangrijk deel van haar waarde.
Nederland heeft zich in Europa geëngageerd om de natuur in de Westerschelde te verbeteren. Met deze voorstellen zal het die doelstelling niet halen. Het zal een verdrag met Vlaanderen schenden, en het zal de politiek rond de Westerschelde opnieuw op het niveau brengen waar die zich twintig jaar geleden bevond, namelijk in een totale impasse tussen landen en belangengroepen. Het heeft jaren van grote inspanningen gekost om een samenhangende politiek met gezamenlijke ambities te ontwikkelen. Wij blijven geloven dat dit model nog kan worden gered, en dat het de beste garantie is voor de toekomst van mens en natuur in de Schelde. Het is heel wel mogelijk de economische ontwikkeling in een welvarende regio te combineren met de ontwikkeling van een sterke en veerkrachtige natuur. Waarom zou Nederland, of Zeeland, voor minder willen gaan? En waarom zou Vlaanderen zo gek zijn te betalen voor een natuurherstel dat zijn geld niet waard is? Wij roepen de Vlaamse regering op om deze alternatieven te verwerpen. De Schelde verdient beter.

Deze bijdrage wordt mee ondertekend door:

Willy Baeyens (VUB), Jean Berlamont (KULeuven), Poppe de Boer (UUtrecht), Frank Dehairs (VUB), Carlo Heip (NIOZ en UGent), Piet Hoekstra (UUtrecht), Jaap van der Meer (NIOZ en VUAmsterdam), Filip Meysman (NIOO en VUB), Jack Middelburg (UUtrecht), Tom Moens (UGent), Koen Sabbe (UGent), Karline Soetaert (NIOO en UGent), Lucas Stal (NIOO en UvAmsterdam), Marcel Stive (TUDelft), Stijn Temmerman (UA), Magda Vincx (UGent), Wim Vyverman (UGent), Han Winterwerp (TUDelft), Wim Wolff (RUGroningen)

 


Terug naar Startpagina

Terug naar Krantenartikelen
Terug naar Ikmaakmezorgen-artikelen

 


Van de web-redacteur:

Artikel in De Standaard deugt niet


Zierikzee, 3 juli 2011. (gewijzigd 5 aug. 2011) Als twee hoogleraren, die nauw bij het Westerschelde-dossier betrokken zijn, in een krant een dringend advies aan de Vlaamse Regering geven, en als dat door 19 Vlaamse en Nederlandse hoogleraren medeondertekend wordt, dan behoeft dat artikel een analyse. Des te meer omdat eerder een soortgelijk artikel over de Westerschelde verschenen is.

De Nederlandse regering heeft in 2009 een alternatief voor de Hedwigepolder onderzocht. Nadat het rapport hierover verscheen was er een paar dagen later  ook een artikel in de NRC van dezelfde hoogleraren Patrick Meire en Peter Herman, getiteld: "Kabinetsplan maakt alles erger". Het artikel eindigde weer met een oproep aan het kabinet om een alternatief in de Westerschelde niet uit te voeren. Een opmerkelijke overeenkomst. Het gebeurt niet vaak dat wetenschappers zich in een krant populistisch tot een regering richten met ee nadvies om een bepaald besluit wel of niet te nemen.


Kwaliteitsborging
Professor Herman heeft voor het rapport van Deltares, waarop het alternatief van de Nederlandse regering gebaseerd is, de kwaliteitsborging uitgevoerd. Hoe kan hij als wetenschapper aan de ene kant een rapport op kwaliteit toetsen en aan de andere kant een krantenartikel schrijven dat hetzelfde rapport indirect tot de grond toe afbrandt? Politici willen nog wel eens met twee maten meten, maar voor wetenschappers is dat in strijd met hun integriteit. Zij worden bij onderzoek verondersteld objectief en neutraal te zijn. Derhalve geen populistische krantenartikelen met onwaarheden om een regeringsbesluit te beïnvloeden.

Misleidende suggestie
Meire en Herman stellen dat het een gemiste kans is om tussen Saeftinghe en Prosperpolder een groot schorrengebied te maken. Dat is misleidend. Zij vergeten te vermelden dat dwars door dat gebied een gasdam loopt die het gebied doormidden deelt. Daardoor kan het gebied zich morfologisch niet ontwikkelen.
De plannenmakers van de Ontwikkelingsschets 2010 hebben nauwelijks naar de insprekers geluisterd. Dat gold zowel voor inspraak die het plan wilde verbeteren als voor inspraak van tegenstanders die inhoudelijk op fouten of omissies wezen. Meerdere insprekers hebben voorgesteld om de gasdam te verwijderen om er één gebied van te maken. Dat is afgewezen omdat het te duur was.

Meire was in februari 2009 getuige-deskundige in de hoorzitting van de Tweede Kamer over natuurherstel Westerschelde. Daar kwam het rapport van Deltares en Arcadis ter sprake dat concludeerde: Het effect van ontpolderen van de Hedwigepolder is zo klein dat het geen argument voor of tegen ontpolderen oplevert. Die conclusie is in flagrante tegenspraak met zijn artikel in de Standaard.
In die hoorzitting waren drie hoogleraren (Meire, Heip en Vriend) het er over eens dat de Westerschelde in een te nauwe jas zit voor de natuurlijke dynamiek van een estuarium. 600 ha ontpoldering (0,7% v/d Westerschelde) voegt daar niets aan toe of af. Het is slechts een symboolfunctie, stelden de wetenschappers destijds in de hoorzitting.
Natuurherstel komt er op neer dat met behulp van de beschikbare kennis zo veel mogelijk de processen in een estuarium nagebootst worden. Daaruit is het flexibel storte nvan baggerspecie ontstaan, waardoor het twee geulensysteem intact gehouden wordt en laagdynamische gebieden gecreëerd worden. Dat is wat het buitendijks natuurherstel van het alternatief van Bleker inhoudt. Meire en Herman weten dit goed. Dat zij dit negeren is verbijsterend.

Wat is er aan de hand?
Een interessante afstudeerscriptie van Aster van Tilburg bij de Universiteit van Utrecht (opleiding Master Publiek Management) had betrekking op het verwerven van inzicht bij de Westerschelde-problematiek.  In haar scriptie "Verdrinken in (ont)polderen" heeft zij identiteitsgevoelige strijdpunten en de emoties daarbij in relatie tot het besluit tot natuurherstel onderzocht. Zij heeft van stakeholders in het Westerscheldedossier zeer interessante uitspraken ontlokt en deze vast gelegd. Zo verklaarde zowel Peter Symens van het Vlaamse Natuurpunt als Bert Denneman van Vogelbescherming Nederland dat zij in april 2009 hun eigen wetenschappers ingeschakeld hebben, die vervolgens binnen drie dagen een stuk in de NRC plaatsten.
Uit het onderzoek van Aster van Tilburg blijkt ook dat er door het Natuurpunt "keihard gelobbyed" werd bij de Europese Commissie, wat tot gevolg had dat Balkenende een lastige brief van de EC kreeg. De Tweede Kamer werd door Natuurpunt op de hoogte gebracht en Balkenende zei dat de persoon die die brief gelekt had gevierendeeld zal worden.
Aster van Tilburg: "Door contacten met de Europese Commissie kon het Natuurpunt er voor zorgen dat die commissie een brief heeft gestuurd naar Balkenende waarin zorgen werden geuit over het natuurherstel in de Westerschelde. Volgens Peter Symens is dat (in 2009. red) de reden geweest dat er een dubbelbesluit is genomen waarin de optie van ontpoldering nog open werd gehouden. Er was periodieke voortgangoverleg tussen Natuurpunt en de Europese Commissie over het natuurherstel in de Westerschelde."
Deze informatie zegt veel over het Natuurpunt, maar nog meer over de werkwijze van de Europese Commissie en de invloed van de milieulobby in Brussel.

Naast deze intense contacten tussen milieubeweging en groepen wetenschappers blijken contacten tussen bepaalde politieke partijen en de milieubeweging ook te bestaan. Zo meldde Ouwehand (PvdD) in de Tweede Kamer op 30 juni 2011 dat het debat voortgezet zal worden op de website van de Vogelbescherming.
Een nauwe band tussen een belangenorganisatie en een politieke partij is natuurlijk geoorloofd. Maar die moet wel bekend en transparant zijn.

Verbazingwekkend
Het heeft ons verbaasd dat zoveel Vlaamse en Nederlandse hoogleraren een krantenartikel steunen, dat met onjuiste informatie met gebruik van hun status de Vlaamse regering willen beïnvloeden is uiterst betreurenswaardig