Wetenschappelijk historisch geografisch onderzoek Westerschelde rechtvaardigt geen ontpoldering
Zierikzee, 9 juli 2010. Bovenstaande conclusie volgt uit het artikel "De Westerschelde, natuurlijk?" van Ir. W.B.P.M. Lases en Dr. A.M.J. de Kraker, gepubliceerd in het tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis (nr 2, 2009).
De webredacteur belicht een aantal facetten uit het artikel.
Definitie "natuurherstel Westerschelde"
Volgens de auteurs dient natuurherstel opnieuw en beter gedefinieerd te worden door het in historisch perspectief te plaatsen. Welke natuur was er in de Westerschelde door de eeuwen heen? En is er wel een win-win-situatie door het fameuze drieluik toegankelijkheid, veiligheid en natuurlijkheid?
Tot de derde eeuw bestond de Westerschelde nog niet. Er lag een strandwal tussen Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen en daarachter lag een zoetwaterveengebied. In het oosten stroomde het veenriviertje de Honte richting Ossendrecht. Uit vermeldingen uit Hontemude in de twaalfde eeuw blijkt dat er toen nog geen Westerschelde bestond. Het Westerscheldegebied was een zoet-water veengebied. In de loop van de tiende en elfde eeuw moet er door stormvloeden doorbraken van de duinen tussen Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen plaats gevonden hebben. In de twaalfde eeuw
begint de Beneden Zeeschelde invloed van het getij te ondervinden, met de Oosterschelde als zeearm. In de vijftiende eeuw moet de vaarweg naar Antwerpen zich van de Oosterschelde naar de Westerschelde verplaatst hebben. Door maaivelddaling (turfwinning) en stormvloeden ontstaan overstromingen. Als in 1584 en 1586 tijdens de 80-jarige oorlog door inundaties grote gebieden bij Antwerpen, Axel en Sluis onderlopen ontstaat maximale komberging van de Westerschelde. Van Zeeuws Vlaanderen staat dan 60 tot 70% onder water. Een groot, aanvankelijk zoetwatergebied is zout geworden.
De waterbeweging én het sediment hebben in de loop van de tijd slikken, schorren en zandplaten gevormd. Zonder ingrijpen van de mens zal er doorgaans een evenwicht ontstaan. De inundaties in de zestiendede eeuw hebben uitschuren van de geulen tot gevolg gehad en door hun lange duur, onbedoeld, voor een diepe vaargeul naar Antwerpen gezorgd. Ook overstromingen (o.a. Braakman) en de geleidelijke zeespiegelrijzing hebben voor een groter getijvolume gezorgd.
Uit de gedetailleerde beschrijving van de ontwikkeling van de Westerschelde van Lases en De Kraker blijkt dat er vele stadia van estuariene, maar ook zoete veengebiedennatuur in het Westerschelde gebied geweest te zijn. En nog steeds is het gebied, nu vooral door menselijk ingrijpen, én door zeespiegelrijzing permanent in ontwikkeling.
De ontwikkelingen tussen circa 1000 en 2000 kunnen niet worden voorgesteld als een lineair bedijkingproces, waarbij een brede en diepe Westerschelde veranderde in een nauw en door dijken ingekapseld estuarium. Het omgekeerde is het geval. De voorstelling in de Ontwikkelingsschets 2010 waarbij inpolderingen en eerdere verdiepingen in de vorige eeuw aangevoerd als reden om natuurherstel toe te moeten passen, is dus vanuit historisch persepectief foutief.
Ook het idee dat door ontpolderen een evenwicht tussen toegankelijkheid en veiligheid zal ontstaan is volgens het artikel niet juist. Maar, doordat de natuurbeweging ontpolderen accepteerd is iedereen tevereden.
Natuurherstel in een rivier in onbalans
De dynamiek van de Westerschelde is in onbalans en door de derde verdieping én de ontpoldering zal die onbalans alleen nog maar toenemen. De Westerschelde verliest zand naar zee én naar de Benedenschelde. Natuurherstel zou terugkeer naar een situatie waarin de Westerschelde zich evenwichtig kan ontwikkelen moeten inhouden. Dat zou ongeveer de situatie halverwege de 20-ste eeuw kunnen zijn. Daarmee zal het steeds verder naar binnen dringen van de getijbeweging en steeds hoger water bij Antwerpen op den duur stoppen. Deze benadering impliceert eigenlijk geen derde verdieping en zou volgens de auteurs alleen via een integraal Nederlands-Vlaams zeehavenbeleid gerealiseerd kunnen worden. Een plan waar Vlaanderen nu niet direct enthousiast op zal reageren, om het eufemistisch uit te drukken. Dit idee is voor de webredacteur veel meer "hot news" dan een mogelijke stormvloedkering in de Westerschelde, wat de PZC en BN/deStem in het nieuws brachten. Tot nu toe heeft dit facet in de publiciteit geen aandacht gehad.
Wij hebben ons na het lezen van dit artikel afgevraagd hoe hebben ecologen, biologen, morfologen en vooral natuurbeschermers toch accoord kunnen gaan met de derde verdieping? Volgens de auteurs komt dat doordat de havenautoriteiten en de natuurbeweging elkaar gevonden hebben in verdiepen en ontpolderen en zij deze aanpak voorgesteld hebben als een duurzaam drieluik van toegankelijkheid, veiligheid en natuurlijkheid. Antwerpen heeft zijn verdieping en de natuurbeweging een paar polders onder water, maar Lases en De Kraker stellen vast dat deze plannen niet duurzaam kunnen zijn.
Lees vooral het artikel van Lases en De Kraker.
Retour Startpagina
Retour Krantenartikelen
Retour Ikmaakmezorgen-artikelen
|
|