De staten van Zeeland in 2005 vanaf de publieke tribune

Zeeland foutief door LNV geïnformeerd.


Zierikzee, 16 oktober 2009 (aangepast 26-10-2009).
In 2005 hadden de Staten van Zeeland het zwaar. De Ontwikkelingsschets 2010 moest goedgekeurd worden, ondanks dat de meerderheid van de Staten tegen ontpolderen was. Het was, zoals de situatie in die dagen lag, duidelijk dat de Staten ontpolderen niet tegen konden houden, zodat er financieel uitgehaald
werd wat maar mogelijk was (koehandel) en, last but not least, moest het ministerie van LNV ontpolderen van 600 ha nog wel verantwoorden. In die belangrijke onderbouwing heeft LNV ten onrechte een rapport gebruikt, dat niet de visie van de overheid is.

Sinds een brief van de minister van LNV aan GS van Zeeland van 16 juli 2009 weten we hoe het zit.

Die verantwoording van LNV over 600 ha natuurherstel werd het rapport ‘Natuurprogramma Westerschelde, Verantwoording realisering (minimaal) 600 hectare estuariene nieuwe natuur en de relatie met de instandhoudingsdoelstellingen Vogel- en Habitatrichtlijn', gedateerd 15 september 2005. Dit rapport ‘Natuurprogramma Westerschelde’ is gebaseerd op het NOPSE rapport, waarvan de minister in eerder genoemde brief van 16 juli onthult heeft dat het NOPSE rapport slechts een studierapport is. In ‘Natuurprogramma Westerschelde’ zijn tal van tabellen en grafieken van NOPSE letterlijk overgenomen. Het woord ‘NOPSE’ komt 13 keer voor in het rapport. Zonder NOPSE is de onderbouwing van 600 ha natuurherstel niets meer waard. De werkelijkheid is immers dat 600 ha afgesproken is met de samenwerkende natuurorganisaties, zoals o.a. bleek uit de toespraak van Tjeu van Mierlo voor de ledenvergadering van de ZMF in mei 2005, die jaren op de site van de ZMF gestaan heeft.

In de brief van 16 juli 2009 aan GS van Zeeland schreef minister Verburg dat 3000 ha natuurherstel niet nodig is. Een dergelijke taakstelling is niet in de Nederlands-Vlaamse Langetermijnvisie 2030 voor het Schelde-estuarium vermeld noch in het beleid van de Nederlandse regering. Die 3000 ha wordt alleen in een studierapport (NOPSE, 2003) genoemd, aldus de minister.

De organisatie ProSes schreeft over NOPSE: 

De rapportage is dus nog geen plan of zienswijze van de overheid of
van ProSes.
Het rapport heeft de status van verkennende studie die
gebruikt zal worden als één van de bouwstenen voor de
Ontwikkelingsschets. Deze rapportage heeft geen zelfstandige status.

Het NOPSE rapport is slechts een voetnoot in de Ontwikkelingsschets en is niet opgenomen bij de vele rapporten in de bijlagen. In de inspraak vermeldt de ZLTO dat over het rapport nooit een echte discussie heeft plaatsgevonden. Het NOPSE rapport wordt ondanks die dubieuze status herhaaldelijk in belangrijke documenten vermeld of commissies werkten er mee. Dat komt doordat LNV het in de onderbouwing van 600 ha ten onrechte gebruikt heeft.


Commissie Nijpels

De commissie Nijpels heeft een belangrijke schakel in de definitieve beslissing voor ontpoldering in Zeeland gehad. Deze commissie schrijft dat 600 ha ontpolderen een vertrekpunt is naar 1500 tot 3000 ha ontpoldering, verwijzend naar NOPSE. De web-redacteur heeft het NOPSE rapport besproken in zijn artikel ‘Advies Nijpels bedoeld om ontpoldering te voorkomen’. De dubieuze niet officiële status van het doorgeschoten (zij stellen 12.000 ha natuurherstel voor) NOPSE rapport werd daar reeds vermeld. Die 3000 ha die steeds verschijnt is ook maar een interpretatie van iemand die een keer een rapport schreef. (ik ben er nog niet achter wie het voor het eerst gebruikte)


Debat Eerste Kamer

In de Eerste Kamer zijn de senatoren diep op de Ontwikkelingsschets 2010 ingegaan. Veel en uitvoerige schriftelijke vragen zijn aan de minister gesteld. Twee maal heeft de minister van LNV in haar antwoorden op vragen van de SP en PvdA fracties verwezen naar het NOPSE rapport. Zie de handelingen van 1 juli 2008 pagina 36-1513 en de memorie van antwoord van 15 april 2008
pagina 10.


Instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000

De vraag mag gesteld worden of de misleiding van Zeeland bij haar besluitvorming over de Ontwikkelingsschets mede geleid heeft tot het veranderen van de staat van instandhouding van de Westerschelde voor Natura 2000. NOPSE was immers een officieel LNV document geworden. Het NOPSE rapport verscheen op 1 juni 2003. De eerste aanmelding van de Westerschelde als Natura 2000 natuurgebied in goede staat was voor die datum en de wijzigingen naar een slechte staat hebben na 1 juni 2003 plaats gevonden. De instandhoudingsdoelstellingen van de Westerschelde zijn nu zodanig dat Nederland aan Brussel opgegeven heeft dat zij het oppervlak aan estuarium in de Westerschelde zal uitbreiden (ontpolderen dus). De Europse Commissie kan Nederland aan die toezegging houden en kan, als Nederland zich niet aan die doelen houdt, een boete opleggen.
Het ligt voor de hand dat het aanpassen van de staat van instandhouding mede komt door het NOPSE rapport, maar daar heeft de web-redacteur geen bewijs van.
Zie de brief van de web-redacteur aan de Staten van Zeeland i.v.m het spoeddebat op 15 oktober 2009 over ontpolderen.


Conclusie

Er moet in ieder geval geconcludeerd worden dat het ministerie van LNV in 2005 met het rapport ‘Natuurprogramma Westerschelde’ de Staten van Zeeland foutief geïnformeerd heeft. Deze misleiding heeft grote gevolgen gehad. Deze gegevens zijn gebruikt in tal van discussies, rapporten en commissies.
De besluitvorming over natuurherstel en ontpolderen zou zeker anders gelopen zijn als LNV in 2005 gewoon gezegd had dat die 600 ha afgesproken was met de samenwerkende natuurorganisaties.
Het zou zeker ook de Natura 2000 doelen beïnvoeden hebben.



Retour Startpagina
Retour Krantenartikelen
Retour Ikmaakmezorgen-artikelen