Praten met twee monden
Zierikzee, juni 2013. De Tweede Kamer ging in februari van dit jaar sans gêne akkoord met het onder water zetten van de Hedwigepolder. Niet ontpolderen is voor de politiek ineens over. Hoe anders was dat nog maar drie jaar geleden. Het kabinet Rutte I had in het regeerakkoord staan dat de Hedwigepolder pertinent niet ontpolderd mocht. Rutte II besluit nu zonder blikken en blozen de Hedwigepolder onder water te zetten.
“Als de VVD in de regering komt ….
….. gaat de Hedwigepolder niet onder water”, zei Tweede Kamerlid van de VVD, Helma Neppérus, stoer in de Hedwigepolder in de verkiezingstijd op 29 mei 2010. Ze was er speciaal voor naar Zeeuws Vlaanderen gekomen. Ze wil graag over 10 jaar nog haar boom die ze in de Hedwigepolder geplant heeft komen bewonderen.
Zie op Youtube hoe Eerste- en Tweede Kamerleden symbolisch bomen in de Hedwigepolder tegen ontpolderen poten.
Ook de Partij van de Arbeid was in 2009 tegen ontpolderen van de Hedwigepolder. Bij monde van Lia Roefs verklaarde de PvdA dat je zo’n cultuurlandschap als de Hedwigepolder niet onder water moet zetten. Zeker niet als de bevolking er tegen is. Zo was er in de Tweede Kamer in februari 2009 een meerderheid tegen ontpolderen van de Hedwigepolder en kwam het kabinet Balkenende II met het alternatief van het Zeeuwse Waterschap.
Hoe kan het zo zijn dat politieke partijen zo rigoureus van standpunt veranderen? Politici proberen altijd krampachtig consequent te zijn. In dit dossier is het in ieder geval niet gelukt. En niemand schijnt het erg te vinden.
Ontwikkelingen in de jaren ’80 en ‘90
Om het draaien van politici rond het Hedwigedossier te plaatsen is het van belang om bepaalde ontwikkelingen in de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw te analyseren. In die periode steeg het containertransport over zee ongelooflijke snel en diezelfde periode werd de scherpere natuurbeschermingswetging in Europa geeffectueerd.
Tussen 1980 en 2000 groeide het aantal containers in de regio Antwerpen, Rotterdam en Bremerhaven met een factor 3 tot 5. Schepen werden groter en havens breiden uit.
In diezelfde periode kwamen in de Europese Unie de Vogelrichtlijn (1979) en Habitatrichtlijn (1992) tot stand. Resulterend in lijsten met 187 vogels, 500 plantensoorten, 200 diersoorten en 198 habitats, die beschermd moeten worden. De Nationale wetgeving in de EU-landen hebben hun natuurbeschermingswetgeving aan de richtlijnen moeten aanpassen en zo zijn er Natura 2000 gebieden met speciale beschermingszones en rode lijsten gekomen.
Die vogel- en habitatrichtlijnen bleken niet te rijmen met de plannen van de Antwerpse haven. Eind jaren negentig ontstond een langdurig en kostbaar juridisch conflict tussen de haven van Antwerpen met Vlaamse natuur- en milieuorganisatie. “We hebben op alle mogelijke manieren en bij allemaal rechtbanken procedures uitgelokt en ook bijna allemaal gewonnen tot aan Europa” zegt Peter Symens van Natuurpunt in Vlaanderen.
De tweede verdieping van de Westerschelde in 1997 zorgde ook in Nederland voor hevig maatschappelijk protest tegen ontpoldering en juridische procedures vanuit natuur- en milieuorganisaties. De regering Kok moest met een noodwet de tweede verdieping forceren.
De natuurclubs hadden de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen aan hun zijde en eisten hun plaats op in het overleg voor de derde verdieping van de Westerschelde. In de Standpuntennotitie van de werkgroep Schelde-estuarium stellen 34 (!) natuur- en milieuorganisaties dat zij, wijs geworden door de gang van zaken bij de tweede verdieping, scherp toezien op een strikte naleving van de bepalingen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.
Nederlandse politici zaten in de tang. Ze waren voor de ontwikkeling van de Antwerpse haven en het Westerschelde-gebied en moesten daarmee ook instemmen met natuurherstel, afgedwongen door de milieubeweging. Vandaar dat Nederland eerst koos voor een lange termijn studie. Vlaanderen boos, omdat zij het zagen als vertragingstactiek. Voor Vlaanderen was een intense samenwerking met de voormalige vijand, de milieuclubs, geen probleem. In tegendeel, Antwerpen haalt er haar voordeel mee door o.a. met het Natuurpunt samen te werken en ze claimt zelfs in haar magazine Portaal van september 2011 de koploper voor havens op het gebied van duurzaamheid te zijn.
In Nederland daarentegen, en vooral Zeeland, was er geen draagvlak voor ontpolderen rond de Westerschelde. “Antwerpen de lusten en Zeeland de lasten”, was het gezegde.
De motie van den Berg uit 1998
Bij de bespreking van die Langetermijnvisie voor het Schelde-estuarium in de Tweede Kamer wordt de belangrijke motie van den Berg aangenomen. Daarin werd besloten dat ontpoldering geen instrument kan zijn in de langetermijnvisie voor het Schelde-estuarium.
Duidelijker kan een motie niet zijn. Deze motie werd breed door de Tweede Kamer gesteund en nog jarenlang geciteerd in Eerste en Tweede Kamer. Die motie was geen bezwaar voor minister Tineke Netelenbos om op 5 februari 2001 gewoon de Langetermijnvisie Schelde-estuarium te ondertekenen. Op dat moment begon de Tweede Kamer met twee monden te spreken.
De motie Van der Staaij
Bij de bespreking van de Ontwikkelingsschets 2010, waarbij in Nederland 600 ha en in Vlaanderen 1200 ha ontpolderd moet worden en het bijbehorende verdrag, steunt een grote meerderheid de motie Vander Staaij waarmee vastligt dat de Nederlandse volksvertegenwoordiging vindt dat er rond de Westerschelde geen sprake kan zijn van onvrijwillige landbouwgrondverwerving ten behoeve van ontpoldering.
Deze motie gaf hoop in Zeeland. De PZC kopte met “Geloof in ontpolderen verdwijnt”.
Vrij kort na deze motie volgden verkiezingen voor de Tweede Kamer en in theorie neemt door de verkiezingsuitslag de weerstand tegen ontpolderen in de Tweede Kamer toe, want het CDA, VVD, SGP,CU, PVV en SP, de partijen die op 10 oktober, kort voor de verkiezingen, voor de motie Van der Staaij stemden zijn van 91 naar 105 stemmen gegaan. Geruststellend is het niet. Het politiek klimaat is alles behalve stabiel en de kabinetten Balkenende vallen binnen afzienbare tijd. Het ontpolder-tij zal nog menigmaal keren.
Het was de LPF-er Wien van den Brink die bij het debat over de motie Van der Staaij in 2006 cynisch en scherp opmerkte dat, als de Kamer vrijwilligheid bij grondverwerving voor ontpolderen zo belangrijk vindt, het geen probleem voor hen moet zijn om de onteigeningswet buiten werking te stellen. Het heeft ons verbaasd dat niemand in de Tweede Kamer in ging op die opmerking van Van den Brink. En zo blijft het bij een opmerking in de notulen, waarmee duidelijk wordt hoe de politiek werkt. In de verkiezingstijd zijn Tweede Kamer-leden met die discussie geconfronteerd, maar iedereen ontweek de vraag. Helaas blijkt inderdaad dat politici veel beloven, maar hun beloftes niet nakomen. Zij spreken met twee monden!
De motie Koppejan
Ad Koppejan werd het nieuwe Zeeuwse Tweede Kamer-lid namens het CDA, die faliekant tegen ontpolderen was. Hij kwam in december 2007 met een motie waarmee de Scheldeverdragen goedgekeurd werden en tegelijkertijd naar een alternatief voor ontpolderen van de Hedwigepolder gezocht moest worden. In deze motie zit duidelijk weer die dubbelzinnigheid van met spreken met twee monden. De motie gaat er van uit dat er een alternatief voor de Hedwige komt, maar laat open wat er moet gebeuren als er geen alternatief gevonden kan worden.
Het was de commissie Nijpels die alternatieven moest vinden. Door velen werd de Commissie Nijpels als een politieke commissie gezien en dat er geen alternatief kwam was te verwachten.
De Tweede Kamer liet het er niet bij zitten en organiseerde in 2009 een hoorzitting van deskundigen, waarbij een alternatief van het Zeeuwse Waterschap voor het aanleggen van buitendijkse schorren en slikken hogen ogen gooide. Het kabinet Balkenende kwam met een zogenaamd dubbelbesluit. D.w.z. kiezen voor het alternatief van het Waterschap in plaats van ontpoldering. En alleen als dit echt niet haalbaar blijkt komt ontpoldering weer in zicht.
Weer spreken met twee monden.
De grote fout van de Nederlandse benadering
Te laat heeft men in Nederland de sociale en culturele factoren in de besluitvorming van ontpolderen betrokken. Pas nu Nederland door de Europese Commissie in gebreke gesteld wordt komt het ministerie van Buitenlandse Zaken in een brief met het volgende: “Het maatschappelijk draagvlak voor ontpoldering van de Hedwigepolder ontbreekt. In de op grond van de Habitatrichtlijnen genomen maatregelen dient rekening te worden gehouden met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied en met de regionale en lokale bijzonderheden (artikel 2, derde lid van de Habitatrichtlijn).” Bij het besluit over de Ontwikkelingsschets 2010 ontbrak destijds (2004 tot 2007) bij de Haagse en Zeeuwse politici de kennis over deze belangrijke clausule in de Habitatrichtlijn. Het is destijds nooit ter sprake geweest. Toen hadden de Tweede Kamer-leden hun standpunt moeten vasthouden, dan waren deze Scheldeverdragen zeker nog voor ondertekening gewijzigd geweest.
Nu houdt Vlaanderen Nederland eencvoudig aan overeengekomen verdragen.
Door de draai van de Tweede Kamer zet de webredacteur deze website op standby.
Terug naar Startpagina
Terug naar Krantenartikelen
Terug naar Ikmaakmezorgen-artikelen